Black Friday: de maximale korting nu online!

Ieder halfjaar de klok verzetten: hoe lang is het nog houdbaar?

Eind oktober gaat de wintertijd in. Maar hoe zat het ook alweer: gaat de klok dan een uur vooruit, of juist achteruit? Ieder halfjaar de klok verzetten zorgt voor verwarring en discussie. Binnen de Europese Unie wordt al een tijdje gesproken over stoppen met wisselen tussen winter- en zomertijd.

Zomertijd werd in de jaren '70 ingevoerd als maatregel om energie te besparen. Inmiddels zijn er echter twijfels over het nut van het twee keer per jaar verzetten van de klok. Welke voorkeur hebben Nederlanders? Om dit te onderzoeken ondervroeg Smulderstextiel.nl 1.800 landgenoten.

Achtergrond

In 2018 presenteerde de Europese Commissie een voorstel om het wisselen tussen zomer- en wintertijd af te schaffen, gesteund door Nobelprijswinnend onderzoek dat de gezondheidsvoordelen onderstreept en een enquête onder Europeanen waarin een meerderheid het voorstel steunde.

Verandering is echter nog niet op gang gekomen. In 2018 hield het ministerie van Binnenlandse Zaken wel een peiling onder 1.800 Nederlanders. Uit die vragenlijst kwam de conclusie dat de meeste Nederlanders het liefst wilden overstappen naar altijd wintertijd, maar er zat een fout in de vraagstelling over zomertijd, waardoor de resultaten mogelijk niet betrouwbaar zijn.

Destijds is echter een potentieel scenario buiten beschouwing gelaten: een verandering van 3 naar 4 tijdzones. Nederland komt dan in dezelfde tijdzone als Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en België en Luxemburg. Wel komt er een tijdsverschil met Duitsland, Oostenrijk, Italië en de Scandinavische landen.

Andere uitkomst dan in 2018

In 2018 hield het Ministerie van Binnenlandse Zaken een zogeheten ‘flitspeiling’ met vergelijkbare vragen onder 1.800 Nederlanders. Destijds bleek uit het onderzoek dat de voorkeur uitging naar het invoeren van de wintertijd, terwijl uit de huidige bevraging juist zomertijd naar voren komt als favoriet.

In het onderzoek uit 2018 stond een fout die dit verschil mogelijk verklaart: gedurende de zomertijd zou de zon in juni om 20.00 uur ondergaan, terwijl de zonsondergang feitelijk om 22.00 uur is bij zomertijd.

Opvallend genoeg zijn er nu ook meer mensen te spreken over het niet aanpassen van het tijdsysteem. In 2018 dacht nog iets meer dan een kwart van de Nederlanders hier positief over, nu is dat ruim een derde.

Europa indelen in 4 tijdzones kan rekenen op weinig steun

Waar de meeste tijdscenario’s kunnen rekenen op meer positieve dan negatieve meningen, geldt dit niet voor het indelen van Europa in vier tijdzones. Vooral 50-plussers voelen niks voor dit scenario. Slechts 1% van deze groep geeft dit tijdsysteem de voorkeur, tegenover 7% van de jongere Nederlanders.

Het voornaamste nadeel dat voor dit systeem gegeven wordt is dat Nederland in deze situatie in een andere tijdzone terechtkomt dan Duitsland. Nederlanders zien ook voordelen: met name dat de klok niet verzet hoeft te worden (31,1%) én dat het goed past bij de biologische klok (15,9%).

Sectoren: Transport & Logistiek heeft geen sterke voorkeur

Niet alle sectoren werken evenveel samen met het buitenland en zullen dus meer of minder merken van de tijdverschillen. De sectoren waarbinnen de sterkste voorkeur leeft om met een vaste tijd te werken, zijn de ICT en Techniek, Productie & Bouw.

ICT’ers geven de voorkeur aan altijd wintertijd (29,2%), terwijl werknemers in de Techniek, Productie & Bouw een sterke voorkeur hebben voor zomertijd (35,1%).

Binnen de Transport & Logistiek, een sector die vaak te maken krijgt met werken over de landsgrenzen, geeft één op de vijf respondenten aan dat het ze niet uitmaakt welk tijdsysteem we krijgen. In andere sectoren is dit een kleiner deel.

Justitie, Veiligheid & Openbaar Bestuur en Onderwijs, Cultuur & Wetenschap zijn sectoren waarbinnen relatief veel werkenden de voorkeur geven aan overleg tussen landen om een tijdsysteem te kiezen.

 

Limburgers en Drenten willen zomertijd, Noord-Hollanders wintertijd

Hoewel in iedere provincie minstens de helft van de inwoners wil stoppen met het verzetten van de klok, zijn er toch verschillende regionale voorkeuren. In Friesland zijn veruit de meeste inwoners geen fan van het huidige tijdsysteem: maar liefst 64,1% wil een vaste tijd gedurende het hele jaar.

Tijd verzetten: zomer- of wintertijd?

Van alle Friezen die de klok niet meer willen verzetten, hebben de meesten voorkeur voor altijd zomertijd (48,8%), maar ook overstappen naar altijd wintertijd (46,3%) kan rekenen op veel steun. 

In Limburg, Drenthe, Noord-Brabant, Overijssel zijn vooral veel aanhangers van zomertijd, terwijl in Noord-Holland juist wintertijd de voorkeur geniet. Opvallend is dat het invoeren van vier tijdzones onder Groningers en Utrechters een stuk populairder is dan in andere provincies.

 

Over de steekproef

Dit nieuwe onderzoek naar het gewenste tijdsysteem in Nederland is vergelijkbaar met het onderzoek uit 2018, maar een vijfde scenario is eraan toegevoegd. Nederlanders is gevraagd naar hun mening over de volgende scenario’s:

  1. Combinatie van zomer- en wintertijd behouden
  2. Altijd wintertijd
  3. Altijd zomertijd
  4. Samen met omliggende landen een tijdsysteem kiezen
  5. Vier tijdzones invoeren met Nederland in dezelfde standaardtijd als Groot-Brittannië

Per scenario is gevraagd naar de spontane mening, de mening na informatie over zonsopkomst/ondergang per scenario en de mening na het afwegen van voor- en nadelen per scenario. De vragenlijst sloot af met de vraag welk specifieke scenario de uiteindelijke voorkeur heeft.

De enquête is ingevuld door 1.800 respondenten, representatief voor Nederland. In de steekproef zit een verdeling op basis van geslacht, leeftijd en opleidingsniveau die lijkt op de samenstelling van de Nederlandse bevolking.


Mening bijgesteld na informatie, voorkeur verandert zelden

Door de voor- en nadelen van de verschillende tijdsystemen tegen elkaar af te wegen, hebben respondenten een uitgebreidere afweging gemaakt dan hun eerste ingeving. Daarom is dit als controlevraag toegevoegd aan het onderzoek: verandert hun mening over de verschillende tijdsystemen na informatie?

Hoe Nederlanders denken over het tijdsysteem blijkt te verschillen: als ze impulsief hun mening geven, wijkt deze af van hun oordeel wanneer ze meer weten over de systemen, zoals wanneer de zon opkomt en ondergaat. Maar zodra de respondenten een afweging hebben gemaakt tussen de voor- en nadelen, stellen zij hun mening over het algemeen weer bij richting hun eerste oordeel.